Algemene verschillen niveau 3 en 4

Specifieke Kerntaken en Werkprocessen: ICT Support Technician vs. ICT System Engineer

De bronnen, met name "ICT support technician.pdf" en "ICT system engineer.pdf", bieden gedetailleerde informatie over de kerntaken en werkprocessen die ICT support technicians en ICT system engineers onderscheiden. Hieronder volgt een vergelijking:

ICT Support Technician (MBO niveau 3):

ICT System Engineer (MBO niveau 4):

Belangrijkste verschillen:

Overeenkomsten:

Verschillen tussen ICT Systemengineer en ICT Support Technician in B1-K3-W1

B1-K3-W1

"Adviseert over en configureert applicaties", is een belangrijk onderdeel binnen het kwalificatiedossier voor zowel ICT support technicians als ICT system engineers.

ICT Support Technician:

ICT Systemengineer:

Samengevat:

Skillset ICT system engineer (niv. 4)

Benodigde Skills voor B1-K3-W1: ICT System Engineer

Om succesvol aan de slag te kunnen gaan met onderdeel B1-K3-W1, "Adviseert over en configureert applicaties", binnen de kwalificatie ICT System Engineer, dient een student over een aantal essentiële skills te beschikken. Deze skills worden in de bronnen beschreven en omvatten:

1. Technische Kennis en Vaardigheden:

2. Adviesvaardigheden:

3. Algemene Vaardigheden:

Aanvullende Informatie:

De bronnen benadrukken dat een ICT System Engineer, in tegenstelling tot een ICT Support Technician, ook een adviserende rol heeft met betrekking tot de aanschaf van nieuwe software/applicaties. Dit vereist een bredere kennis van de markt en de beschikbare oplossingen.

Lesprogramma ICT System Engineer

Hier is een opzet voor een 8-weeks lesprogramma voor B1-K3-W1, gericht op het ontwikkelen van de benodigde kennis, vaardigheden en gedragingen voor "Adviseert over en configureert applicaties." Dit programma houdt rekening met de ontwerpprincipes, zoals de integratie van soft skills, flexibiliteit, en tijds- en plaatsonafhankelijke leermogelijkheden.


Week 1: Introductie en Basiskennis Applicatiebeheer


Week 2: Klantgerichte Adviesvaardigheden en Analyseren van Klantbehoeften


Week 3: Applicatieconfiguratie en Oplossingsgericht Werken


Week 4: Documentatie en Communicatievaardigheden


Week 5: Testen en Verifiëren van Applicaties


Week 6: Klantgerichte Communicatie en Presentatievaardigheden


Week 7: Verdieping en Specialisatie


Week 8: Eindpresentatie en Evaluatie


Toetsing en Evaluatie

Opmerkingen

Dit programma biedt een evenwichtige opbouw van theorie en praktijk, met aandacht voor de combinatie van technische vaardigheden en soft skills. Het biedt ruimte voor versnelling, verdieping en toepassing van wat geleerd is in een praktische en flexibele context.

Lesinvulling week 1

In de eerste week ligt de nadruk op het opbouwen van basiskennis over applicatiebeheer en het ontwikkelen van soft skills zoals plannen en organiseren en communicatie. Met deze doelen in gedachten stel ik de volgende opdrachten voor die passen bij de 8 lesuren en 1,5 uur thuiswerk.


Week 1: Opdrachten en Activiteiten

Lesuur 1-2: Introductie in Applicatiebeheer

  1. Mini-college over Applicatiebeheer (45 minuten)

    • Inhoud: De docent geeft een overzicht van applicatiebeheer, inclusief de rol van on-premise, SaaS, en PaaS omgevingen. Basiselementen van configuratie en onderhoud worden besproken.
    • Doel: Studenten krijgen inzicht in wat applicatiebeheer inhoudt en waarom dit belangrijk is.
  2. Klassikale Discussie (45 minuten)

    • Inhoud: Studenten bespreken de verschillen tussen on-premise en cloudgebaseerde applicaties en delen hun voorkennis en vragen.
    • Doel: Actief luisteren, mondeling communiceren, en voorkennis activeren.

Lesuur 3-4: Basisconfiguratie-opdracht en Werkplekopzet

  1. Praktijkopdracht: Basisconfiguratie (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten configureren een eenvoudige softwaretoepassing (bijvoorbeeld een tekstverwerker of een e-mailprogramma) op een lokaal systeem. De configuratie-instructies worden door de docent verstrekt.
    • Doel: Basisvaardigheden ontwikkelen in applicatiebeheer en werken volgens instructies.
  2. Reflectie en Plannen (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten maken een plan van aanpak voor de week, inclusief leerdoelen en tijdsplanning.
    • Doel: Plannen en organiseren oefenen, zich voorbereiden op komende lessen en opdrachten.

Lesuur 5-6: Introductie in Standaardprocedures en Documenteren

  1. Oefening: Instructie lezen en toepassen (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten lezen een eenvoudige handleiding voor het instellen van een applicatie en volgen de stappen.
    • Doel: Leren werken met vakgerichte instructies en procedures, en nauwkeurig werken.
  2. Documentatie-opdracht (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten schrijven een korte documentatie van hun configuratieproces, waarin ze elke stap omschrijven alsof het voor een eindgebruiker is.
    • Doel: Schriftelijke communicatievaardigheden ontwikkelen en oefenen met documentatie.

Lesuur 7-8: Kennis en Begripstoets en Rollenspel

  1. Quiz: Basiskennis Applicatiebeheer (45 minuten)

    • Inhoud: Een korte quiz over de behandelde stof (verschillende applicatieomgevingen, basisconfiguraties, en standaardprocedures).
    • Doel: Studenten testen hun basiskennis en identificeren aandachtspunten voor verdere studie.
  2. Rollenspel: Communicatie en Klantgerichte Inleiding (45 minuten)

    • Opdracht: In tweetallen oefenen studenten het uitleggen van de basisconfiguratie aan een "klant" zonder technische achtergrond.
    • Doel: Verbaal communiceren en het omzetten van technische informatie naar begrijpelijke taal voor de gebruiker.

Thuisopdracht (1,5 uur)

  1. Korte Reflectie en Planning voor Week 2

    • Opdracht: Studenten schrijven een reflectie over hun ervaring in week 1 en noteren de vaardigheden en kennis die ze verder willen ontwikkelen. Ze bereiden ook vragen voor over de onderwerpen waar ze meer over willen leren.
    • Doel: Zelfreflectie stimuleren en voorbereiden op het vervolg.
  2. Extra Oefening: Verkenning van Cloudtoepassingen

    • Opdracht: Studenten zoeken online naar drie voorbeelden van SaaS-applicaties die ze interessant vinden en noteren wat ze denken dat de voordelen en uitdagingen zijn voor bedrijven die deze applicaties gebruiken.
    • Doel: Zelfstandig kennis verdiepen en inzicht krijgen in toepassingen van cloudgebaseerde oplossingen.

Tijdsindeling voor Week 1

Lesactiviteit Lesuren Doel
Introductie in Applicatiebeheer 1-2 Basiskennis en mondelinge communicatie
Praktijkopdracht en planning 3-4 Basisconfiguratie en plannen
Instructie en documentatie 5-6 Documentatie en werken met procedures
Quiz en rollenspel 7-8 Basiskennis toetsen en communicatie oefenen
Thuisopdracht (1,5 uur) - Reflectie en verdieping

Deze opdrachten bieden een balans tussen theorie en praktijk, met een focus op zowel technische basiskennis als soft skills zoals communicatie, plannen en documenteren. Dit vormt een goede basis voor verdere weken.

Lesinvulling week 2

In week 2 ligt de focus op het analyseren van klantbehoeften en het ontwikkelen van klantgerichte adviesvaardigheden. Studenten leren hoe ze eisen en wensen van klanten kunnen vertalen naar praktische adviezen voor applicatieconfiguratie. Soft skills zoals empathisch vermogen, klantgerichtheid en analytisch vermogen staan centraal.


Week 2: Opdrachten en Activiteiten

Lesuur 1-2: Introductie in Klantbehoefteanalyse en Klantgericht Advies

  1. Mini-college over Klantgerichtheid en Klantbehoefteanalyse (45 minuten)

    • Inhoud: De docent bespreekt klantgerichtheid, waarom het belangrijk is om klanten goed te begrijpen, en methoden om klantbehoeften te analyseren.
    • Doel: Inzicht krijgen in het belang van klantgerichtheid en de basisprincipes van behoefteanalyse.
  2. Groepsdiscussie: Voorbeelden van Klantbehoeften (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten werken in kleine groepen en bespreken mogelijke behoeften van verschillende typen klanten. Elk groepje presenteert één voorbeeld en bespreekt hoe ze die behoefte zouden analyseren.
    • Doel: Analytisch denken en inlevingsvermogen oefenen door met voorbeelden te werken.

Lesuur 3-4: Klantanalyse-oefening en Empathisch Luisteren

  1. Casestudy Klantanalyse (45 minuten)

    • Opdracht: De docent biedt een casestudy waarin een klant specifieke wensen voor applicaties heeft. Studenten lezen de casus en beantwoorden vragen over de behoeften en voorkeuren van de klant.
    • Doel: Leren klantbehoeften analyseren en vertalen naar concrete eisen en wensen.
  2. Rollenspel: Empathisch Luisteren (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten oefenen in tweetallen een gesprek met een "klant" waarin ze de behoeften moeten inventariseren. Ze stellen vragen om het probleem en de wensen van de klant beter te begrijpen.
    • Doel: Empathisch luisteren en klantgericht communiceren oefenen, en het belang van doorvragen en bevestigen van informatie.

Lesuur 5-6: Opstellen van een Klantadvies

  1. Klantadvies Schrijven (45 minuten)

    • Opdracht: Op basis van de casestudy van lesuur 3 stellen studenten een kort klantadvies op waarin ze uitleggen welke configuratie of aanpassing het beste aansluit op de behoeften van de klant.
    • Doel: Schriftelijk communiceren en klantgericht denken; technische oplossingen helder kunnen beschrijven.
  2. Feedbacksessie op Klantadvies (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten lezen elkaars adviezen en geven elkaar feedback op duidelijkheid, klantgerichtheid en haalbaarheid.
    • Doel: Leren om constructieve feedback te geven en ontvangen, en inzicht krijgen in het perspectief van anderen.

Lesuur 7-8: Vaardigheden voor Communicatie en Afsluiting

  1. Workshop: Communicatie en Presentatievaardigheden (45 minuten)

    • Inhoud: Studenten krijgen tips voor effectieve mondelinge communicatie en presentaties in een zakelijke context.
    • Doel: Vaardigheden in klantgerichte communicatie verbeteren en leren presenteren in een professionele setting.
  2. Presentatie van Klantadvies (45 minuten)

    • Opdracht: Studenten presenteren hun klantadvies aan de klas alsof ze dit aan een klant presenteren, inclusief toelichting op de gekozen configuratie of aanpassingen.
    • Doel: Verbaal communiceren en klantgericht advies presenteren; feedback ontvangen op communicatie en adviesvaardigheden.

Thuisopdracht (1,5 uur)

  1. Reflectie op Klantgerichtheid en Eigen Leerproces

    • Opdracht: Studenten schrijven een korte reflectie over hoe ze het analyseren van klantbehoeften en het geven van klantgericht advies hebben ervaren. Ze noteren wat ze goed hebben gedaan, wat ze willen verbeteren, en vragen die ze nog hebben.
    • Doel: Zelfreflectie stimuleren, aandacht voor doorontwikkeling, en voorbereiden op komende weken.
  2. Extra Oefening: Verdiepingsopdracht Klantbehoeften

    • Opdracht: Studenten zoeken zelf naar een voorbeeld van een organisatie die klantgericht werkt en beschrijven hoe deze organisatie klantbehoeften vertaalt naar dienstverlening.
    • Doel: Kennis verdiepen over klantgericht werken en analyseren van praktijkvoorbeelden.

Tijdsindeling voor Week 2

Lesactiviteit Lesuren Doel
Introductie en groepsdiscussie 1-2 Inzicht in klantgerichtheid en klantbehoeften
Klantanalyse en empathisch luisteren 3-4 Klantbehoeften analyseren en empathisch luisteren
Klantadvies opstellen en feedback 5-6 Adviesvaardigheden, schriftelijke communicatie
Communicatieworkshop en presentatie 7-8 Presenteren van klantgericht advies
Thuisopdracht (1,5 uur) - Reflectie en verdiepingsopdracht

Deze opdrachten en activiteiten bieden een evenwichtige opbouw tussen theorie en praktijk, met een sterke focus op het ontwikkelen van klantgerichtheid, empathie, en communicatieve vaardigheden. Studenten leren deze week ook hoe ze behoeften en wensen effectief kunnen omzetten in praktisch advies, wat essentieel is voor het verdere programma.

Leertaken B1-K1-W2

Prompt

Hieronder een beschrijving van een onderdeel uit het kwalificatiedossier 'ICT system engineer' en 'ICT support technician'. Bedenk een aantal leertaken volgens het 4C/ID model die aansluiten bij deze dossiers. De studenten gaan werken op een gesimuleerde servicedesk. Hier de beschrijving: ## Samenvatting B1-K1-W2: Instrueert gebruikers

Het onderdeel B1-K1-W2 Instrueert gebruikers is een onderdeel van het kwalificatiedossier voor zowel de ICT support technician als de ICT system engineer. In beide kwalificatiedossiers wordt dit onderdeel op dezelfde manier omschreven.

Omschrijving:

Resultaat:

Gedrag:

Onderliggende competenties:

Antwoord

Bij het ontwerpen van leertaken volgens het 4C/ID-model (Four Component Instructional Design), kunnen we deze structureren door rekening te houden met de vier componenten: cognitieve taken (complexe taken die het leerproces simuleren), leermaterialen (om de taak te ondersteunen), opdrachten (die de student helpen de taak aan te pakken), en feedback (om het leren bij te sturen). Hier volgen enkele leertaken die aansluiten bij het beschreven onderdeel van het kwalificatiedossier 'ICT system engineer' en 'ICT support technician', gericht op het geven van gebruikersinstructies:

Leertaak 1: Instructie over apparaatgebruik aan een nieuwe gebruiker

Cognitieve taak: De student moet een instructie geven over het gebruik van een specifiek apparaat (bijvoorbeeld een laptop, smartphone, of een specifiek softwarepakket) aan een nieuwe gebruiker. Dit omvat niet alleen de technische aspecten van het apparaat, maar ook het uitleggen van veiligheidsmaatregelen die belangrijk zijn voor de gebruiker.

Leermaterialen:

Opdracht:

Feedback:


Leertaak 2: Instructie over applicatiegebruik en -beveiliging

Cognitieve taak: De student moet een training geven over het gebruik van een applicatie en de daarbij behorende beveiligingsprotocollen, bijvoorbeeld hoe in te loggen op een bedrijfstoepassing en welke gegevens beschermd moeten worden.

Leermaterialen:

Opdracht:

Feedback:


Leertaak 3: Aangepaste instructie voor diverse doelgroepen

Cognitieve taak: De student moet instructies op maat maken voor verschillende doelgroepen, bijvoorbeeld voor senioren die minder ervaring hebben met technologie of voor technisch onderlegde medewerkers die snelle en gedetailleerde informatie nodig hebben.

Leermaterialen:

Opdracht:

Feedback:


Leertaak 4: Simulatie van een servicedeskinstructie

Cognitieve taak: De student moet instructies geven op een gesimuleerde servicedeskomgeving, waarbij de focus ligt op het helpen van gebruikers die technische problemen ondervinden en tegelijkertijd beveiligingsmaatregelen uitleggen.

Leermaterialen:

Opdracht:

Feedback:


Leertaak 5: Opstellen van een gebruikersinstructie voor een nieuwe softwaretool

Cognitieve taak: De student moet een gedetailleerde gebruikersinstructie opstellen voor een softwaretool, inclusief een focus op hoe de gebruiker zich bewust moet zijn van de beveiligingsrisico’s bij het gebruik van de tool.

Leermaterialen:

Opdracht:

Feedback:

Deze leertaken zijn ontworpen om de studenten zowel de technische als communicatieve vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om gebruikers effectief te instrueren, met een nadruk op het belang van beveiliging en het afstemmen van de boodschap op de doelgroep.

Praktische opdrachten B1-K1-W2

Concrete opdracht: Instructie geven over het gebruik van een laptop

Situatieschets

Je werkt in een organisatie waar nieuwe medewerkers vaak hun eerste werkdag starten met een nieuwe laptop. Het is jouw taak om een instructie te geven over hoe ze deze laptop kunnen instellen en gebruiken. Hierbij is het belangrijk dat je ook de basisprincipes van veilig werken uitlegt.


Opdracht

Context:
Je geeft een nieuwe collega instructies over het instellen en gebruiken van een zakelijke Windows-laptop. De collega heeft basiskennis van computers, maar is nog niet bekend met dit specifieke apparaat en de veiligheidsvoorschriften.

Stap 1: Voorbereiding

  1. Technische aspecten

    • Verdiep je in de basisfuncties van een Windows-laptop:
      • Aan- en uitzetten.
      • Verbinden met een Wi-Fi-netwerk.
      • Instellen van een gebruikersaccount.
      • Openen van veelgebruikte applicaties, zoals Microsoft Word en Teams.
    • Leer hoe je veiligheidsmaatregelen instelt:
      • Creëren van een sterk wachtwoord.
      • Instellen van automatische updates.
      • Installeren van antivirussoftware.
  2. Doelgroepanalyse

    • Houd rekening met het kennisniveau van de nieuwe gebruiker: mbo-niveau 3 of 4.
    • Maak de uitleg begrijpelijk en stapsgewijs.
  3. Gebruikershandleiding

    • Schrijf een korte handleiding waarin je in eenvoudige stappen uitlegt hoe je:
      1. De laptop startklaar maakt.
      2. Basisinstellingen configureert.
      3. Veiligheid waarborgt.
    • Voeg eenvoudige afbeeldingen of screenshots toe.

Stap 2: Uitvoering van de instructie

  1. Voorbereiding van de presentatie

    • Bereid een korte presentatie voor waarin je de gebruiker begeleidt door de belangrijkste stappen.
    • Zorg dat je voorbeelden laat zien, zoals het instellen van een wachtwoord en het uitvoeren van een update.
  2. Instructie geven

    • Geef je instructie aan een klasgenoot die de rol van een nieuwe gebruiker speelt.
    • Gebruik je handleiding als leidraad, maar leg uit in je eigen woorden.
    • Demonstreer hoe de gebruiker acties uitvoert, bijvoorbeeld door het openen van een programma of het instellen van een update.
  3. Beantwoord vragen

    • Sta open voor vragen en geef duidelijke antwoorden.

Stap 3: Veiligheidsmaatregelen uitleggen


Beoordelingscriteria

  1. Gebruikershandleiding

    • Bevat de handleiding duidelijke stappen met visuele ondersteuning?
    • Is de handleiding afgestemd op het kennisniveau van mbo 3/4 studenten?
  2. Instructie

    • Is de uitleg gestructureerd en begrijpelijk?
    • Zijn zowel technische aspecten als veiligheidsmaatregelen behandeld?
  3. Praktische toepasbaarheid

    • Kan de gebruiker zelfstandig aan de slag na de uitleg?
    • Heeft de student veiligheidsaspecten voldoende benadrukt?
  4. Feedback van de "gebruiker"

    • Wat vond de gebruiker van de duidelijkheid en toepasbaarheid van de instructie?

Reflectieopdracht

Schrijf een korte reflectie (minimaal 200 woorden) over:

Concrete opdracht: Instructie geven over het gebruik van een zakelijke mobiele telefoon

Situatieschets

Je werkt in een organisatie waar nieuwe medewerkers een zakelijke mobiele telefoon ontvangen. Het is jouw taak om de medewerker te begeleiden bij het instellen en veilig gebruiken van de telefoon. Hierbij leg je ook uit welke veiligheidsmaatregelen belangrijk zijn om de bedrijfsgegevens te beschermen.


Opdracht

Context:
Je geeft een nieuwe collega instructies over het instellen en gebruiken van een zakelijke smartphone (bijvoorbeeld een Android-telefoon of een iPhone). De collega heeft enige ervaring met smartphones, maar is niet bekend met specifieke zakelijke instellingen en veiligheidsvoorschriften.


Stap 1: Voorbereiding

  1. Technische aspecten

    • Verdiep je in de basisinstellingen en bedrijfsgerelateerde functies van de smartphone, zoals:
      • Verbinden met Wi-Fi en mobiel netwerk.
      • Instellen van een bedrijfsaccount (bijvoorbeeld Microsoft 365 of Google Workspace).
      • Toegang krijgen tot zakelijke apps zoals e-mail en Teams.
    • Leer hoe je veiligheidsmaatregelen instelt, zoals:
      • Vergrendeling met een pincode of gezichtsherkenning.
      • Encryptie van gegevens.
      • Het activeren van "Zoek mijn apparaat" of een vergelijkbare functie.
  2. Doelgroepanalyse

    • Houd rekening met het kennisniveau van de nieuwe medewerker (mbo-niveau 3/4).
    • Maak de uitleg eenvoudig, praktisch en stapsgewijs.
  3. Gebruikershandleiding

    • Schrijf een korte handleiding waarin je in stappen uitlegt hoe je:
      1. De telefoon startklaar maakt.
      2. Zakelijke accounts en apps installeert.
      3. Veiligheidsinstellingen configureert.
    • Voeg eenvoudige afbeeldingen of screenshots toe om de uitleg te verduidelijken.

Stap 2: Uitvoering van de instructie

  1. Voorbereiding van de presentatie

    • Bereid een korte presentatie voor waarin je de gebruiker begeleidt door de belangrijkste stappen.
    • Zorg dat je voorbeelden laat zien, zoals het instellen van een pincode of het downloaden van een zakelijke app.
  2. Instructie geven

    • Geef je instructie aan een klasgenoot die de rol van een nieuwe medewerker speelt.
    • Gebruik je handleiding als leidraad, maar leg uit in je eigen woorden.
    • Laat zien hoe de gebruiker handelingen kan uitvoeren, zoals het openen van de e-mailapp of het configureren van een VPN.
  3. Beantwoord vragen

    • Sta open voor vragen en geef duidelijke antwoorden.

Stap 3: Veiligheidsmaatregelen uitleggen


Beoordelingscriteria

  1. Gebruikershandleiding

    • Is de handleiding duidelijk en gestructureerd?
    • Bevat de handleiding visuele ondersteuning zoals screenshots?
    • Sluit de handleiding aan bij het kennisniveau van mbo 3/4 studenten?
  2. Instructie

    • Is de uitleg gestructureerd en begrijpelijk?
    • Zijn technische aspecten en veiligheidsmaatregelen duidelijk behandeld?
  3. Praktische toepasbaarheid

    • Kan de gebruiker zelfstandig aan de slag na de uitleg?
    • Zijn de veiligheidsmaatregelen goed uitgelegd en makkelijk te volgen?
  4. Feedback van de "gebruiker"

    • Hoe duidelijk en toepasbaar vond de gebruiker de instructie?

Reflectieopdracht

Schrijf een korte reflectie (minimaal 200 woorden) over:

Concrete opdracht: Instructie geven over het gebruik van de Epson EB-2250U beamer

Situatieschets

Er zijn nieuwe Epson EB-2250U beamers geïnstalleerd in het pand. Het is jouw taak om de medewerkers te leren hoe ze de beamer kunnen bedienen en hoe ze hun laptop kunnen aansluiten voor presentaties. Dit omvat ook het uitleggen van basisinstellingen en het oplossen van eenvoudige problemen, zoals het selecteren van de juiste inputbron.


Opdracht

Context:
Je begeleidt een medewerker bij het gebruik van de nieuwe Epson EB-2250U beamer. Dit omvat het inschakelen van de beamer, het aansluiten van een laptop (via HDMI of VGA), en het selecteren van de juiste instellingen. De medewerker heeft basiskennis van laptops, maar is niet bekend met deze specifieke beamer.


Stap 1: Voorbereiding

  1. Technische aspecten

    • Verdiep je in de functies van de Epson EB-2250U, zoals:
      • Aan- en uitzetten van de beamer.
      • Aansluiten van een laptop via HDMI of VGA.
      • Het gebruik van de afstandsbediening of knoppen op de beamer.
      • Scherpstellen van het beeld en aanpassen van de resolutie.
      • Selecteren van de juiste inputbron (HDMI1, HDMI2, VGA, etc.).
    • Leer basisfouten op te lossen, zoals:
      • Wat te doen als er geen beeld is.
      • Hoe je de instellingen reset.
  2. Doelgroepanalyse

    • Houd rekening met het technische niveau van de medewerkers (basiskennis laptops, geen ervaring met de beamer).
    • Maak de uitleg visueel en praktisch.
  3. Gebruikershandleiding

    • Schrijf een handleiding met:
      • Een stapsgewijze uitleg over hoe je:
        1. De beamer inschakelt.
        2. Een laptop aansluit.
        3. De juiste inputbron selecteert.
        4. Eenvoudige problemen oplost.
      • Visuele ondersteuning, zoals diagrammen of foto’s van de knoppen en poorten.

Stap 2: Uitvoering van de instructie

  1. Voorbereiding van de presentatie

    • Maak een korte presentatie waarin je de belangrijkste functies van de beamer uitlegt.
    • Demonstreer hoe je een laptop aansluit en het beeld op de beamer projecteert.
  2. Instructie geven

    • Geef je instructie aan een klasgenoot die de rol van een medewerker speelt.
    • Gebruik je handleiding als leidraad, maar leg uit in je eigen woorden.
    • Laat zien hoe je praktische problemen oplost, zoals het ontbreken van beeld of het aanpassen van de resolutie.
  3. Beantwoord vragen

    • Laat ruimte voor vragen en geef duidelijke, praktische antwoorden.

Stap 3: Uitleggen van basisveiligheid en onderhoud


Beoordelingscriteria

  1. Gebruikershandleiding

    • Is de handleiding duidelijk en gestructureerd?
    • Bevat de handleiding visuele ondersteuning zoals afbeeldingen of diagrammen?
    • Zijn eenvoudige probleemoplossingen opgenomen?
  2. Instructie

    • Is de uitleg gestructureerd en begrijpelijk?
    • Zijn technische aspecten en basisveiligheid duidelijk behandeld?
  3. Praktische toepasbaarheid

    • Kan de gebruiker zelfstandig de beamer bedienen na de uitleg?
    • Zijn basisproblemen goed uitgelegd en makkelijk op te lossen?
  4. Feedback van de "gebruiker"

    • Hoe duidelijk en toepasbaar vond de gebruiker de instructie?

Reflectieopdracht

Schrijf een korte reflectie (minimaal 200 woorden) over:


Deze opdracht is praktisch, specifiek voor een zakelijke situatie, en sluit aan bij mbo-studenten die hun communicatieve en technische vaardigheden willen ontwikkelen.